Jan Dijker was lange tijd actief: vooral als glazenier, wandschilder en vervaardiger van mozaïekkunst/wandreliëfs. Dit zijn kunsttechnieken die in een traditie staan die teruggaat tot de klassieke oudheid. Aanvankelijk paste Dijkers werk ook in die traditie. Maar in de loop der jaren bevrijdde hij zich van de gebruikelijke technieken en de stilistische kenmerken van deze eeuwenoude kunstvormen.

Dijkers werk beslaat een periode waarin de kunst radicaal veranderde: de gehanteerde technieken evolueerden, de figuratieve, uitgewerkte voorstellingen maakten plaats voor gestileerde, soms abstracte vormen. Bovendien bevrijdden de afmetingen, de plaatsing en de vormen van de kunstwerken zich van de gangbare standaarden. Aan de hand van zijn glaskunst kan de ontwikkeling van zijn werk worden toegelicht. Een vergelijkbare ontwikkeling is in zijn mozaïekkunst te bespeuren.

Glaskunst van Jan Dijker
De vroege glaskunst van Dijker kenmerkt zich door traditionele figuratieve glas-in-lood ramen. De (veelal Bijbelse) voorstellingen zijn natuurgetrouw. Ze verwijzen duidelijk naar personen en gebeurtenissen. Hetgeen afgebeeld wordt, is gedetailleerd weergegeven: de kleuren en vormen lijken op die in de wereld om ons heen. De stukken gekleurd glas volgend de contouren van de voorstelling. Ze zijn voorzien van grisailleverf die de details weergeven: ogen, haren, rimpels.
De ramen hebben de klassieke venstervormen: Romaanse boogramen, Gotische spitsboogramen, lancetramen en roosvensters. Ze zijn op conventionele plekken in de kerk geplaatst: hoog in het koor of in het schip van de kerk. De ramen uit de vroege periode van Jan Dijkers oeuvre vertonen veel overeenkomsten met de middeleeuwse glas-in-lood-kunst.

P1050346  P1050351
Voorbeelden van vroege glaskunst van Jan Dijker: gedetailleerd, traditioneel.

De tweede periode in Jan Dijkers glaskunst is de figuratieve, gestileerde periode. Jan Dijker bouwt de voorstelling op uit heldere, onbeschilderde stukken glas waarbij de vorm van het glas en het lood de contouren weergeven. De vormen van de voorstelling worden sterk vereenvoudigd en teruggebracht tot de essentie: gestileerd. De ramen hebben rechthoekige, vaak grote afmetingen. Ze zijn niet langer hoog, veraf van de beschouwer in de wand geplaatst, maar op ooghoogte. Hoewel de voorstelling en het raamformaat vernieuwd zijn ten opzichte van de traditionele glaskunst, hanteert Dijker nog steeds de oude glas-in-loodtechnieken.

overasselt detail  compilatie entree breda
Voorbeelden van de tweede periode in de glaskunst van Jan Dijker:
gestileerde voorstellingen, soms neigend naar abstractie maar klassieke techniek.

In de laatste periode van zijn glaskunst, maakt Dijker steeds vaker non-figuratieve, symbolische en abstract-geometrische glaskunst. De voorstellingen verwijzen niet naar de werkelijkheid. Hij hanteert nieuwe, vrije technieken en materialen: glasappliqué, glas-in-beton, glas-in-epoxy. Met glasappliqué wordt de glaskunst bevrijd van de loodstrips die de vlakken omranden. De vormen en het lijnenspel zijn niet langer onlosmakelijk met elkaar verbonden.
Dijker maakt zich bovendien vrij van de traditionele venstervormen en kiest voor een vrije plaatsing in de ruimte. Dijker voegt aan de traditionele vlakke glaskunst, zelfs een derde dimensie toe: hij verwerkt er dikke brokken glas in en hij brengt verschillende lagen bovenop elkaar aan. Zo verkrijgt hij in een aantal werken een spectaculair dik-dun reliëf. Deze periode kenmerkt zich door een radicale breuk met de eeuwenoude glaskunst in vorm, techniek en voorstelling. Het oudste, bewaard gebleven kunstwerk dat de breuk met voorgaande werken toont is het Brandend Braambos uit 1958. Slechts de titel van dit vrije werk verwijst naar de voorstelling. De witte ronde vlakken op de afbeelding zijn dikke stukken glas die een decimeter buiten het platte vlak uitsteken. Het geheel is niet langer in lood, maar in epoxy gevat.

brandend braambos  P1070030
Non-figuratief, onconventionele technieken, glaskunst met reliëf:
de stijl waarin Jan Dijker in de latere periode werkte.

Hoewel Jan Dijker tot 1967 voornamelijk glaskunst vervaardigde, duurde het na de opheffing van de VbMK in 1968 maar liefst vijftien jaar voordat hij die techniek weer oppakte.

Jan Dijker bevrijdde zijn glaskunst van de eeuwenoude conventies. Hij heeft zich met Brandend Braambos voor het eerst losgemaakt van de traditionele standaarden. Deze bevrijding is mede mogelijk gemaakt, versneld, en geïnspireerd door de veranderingen in de maatschappij en in de moderne kunst. De opkomst van de Art sacré beweging in Frankrijk heeft de religieuze kunst sterk veranderd. De percentageregeling van de Nederlandse overheid heeft ervoor gezorgd dat hij op grote schaal kon produceren en experimenteren met deze kunstvorm. De introductie van nieuwe bouwmaterialen en het feit dat architecten de traditionele kerktypologie los mochten laten na het Tweede Vaticaans Concilie zorgden ervoor dat Jan Dijker de oude technieken, de klassieke raamvormen en de plaats ervan in de gebouwde ruimte kon loslaten. Brandend Braambos is een vrij werk: Dijker maakte het in 1958 niet in opdracht, maar voor zichzelf om te experimenteren met de glas-in-epoxy techniek. Werk dat hij in die periode in opdracht maakte (meestal voor kerken), is veel traditioneler. Maar vanaf 1963 lieten ook zijn opdrachtgevers de conventies los en kozen ze voor moderne glaskunst.

Judith Kuipéri │ 2019.